Ga naar de inhoud

De onderdelen

Programmeren

Verreweg het belangrijkste onderdeel van de opleiding. Vanaf de eerste dag ga je hier mee aan de slag. Je werkt zelfstandig aan projecten. Je begint met een aantal eenvoudige projecten. Daarbij kun je denken aan bijvoorbeeld een game voor een website of mobiel. Je wordt bij het uitvoeren van een project begeleid door jouw coach en een vakdocent. Daarnaast worden bij elk project lessen gegeven waarin aandacht wordt besteed aan kennis en (programmeer)vaardigheden die nodig zijn om het project goed uit te kunnen voeren. Als je een project hebt afgerond, bespreek je het resultaat met jouw coach en vakdocent. Vervolgens begin je met een nieuw project. Afhankelijk van hoe het gaat en de interesse die je hebt, worden de projecten steeds complexer en maak je keuzes omtrent het soort applicaties, de programmeertalen en de tools die je gebruikt.

In de 3de fase van de opleiding kies je een specialisatie. Dit heeft gevolgen voor de programmeeropdrachten waar je aan werkt.

Global Goals

De Verenigde Naties heeft in 2015 besloten om 17 doelen op te stellen om de wereld een betere plek te maken. Deze doelen worden de Global Goals genoemd. Wij als opleiding vinden het belangrijk om een positieve bijdrage te leveren aan deze Global Goals. Daarom zullen de coaches en vakdocenten regelmatig aandacht geven aan deze Global Goals. Dit helpt jou om persoonlijk en professioneel klaar te zijn voor de wereld van morgen!

Rekenen

In het weekrooster wordt gedurende de eerste twee jaar van de opleiding een blok in de taal-rekenwerkplaats opgenomen. Een deel van de beschikbare tijd besteed je aan het ontwikkelen van voldoende rekenvaardigheid. Indien je er klaar voor bent kun je meedoen aan het examen. Dit overleg je uiteraard met de rekendocent.

Nederlands

In het weekrooster wordt gedurende de eerste twee jaar van de opleiding een blok in de taal-rekenwerkplaats opgenomen. Een deel van de beschikbare tijd besteed je aan Nederlands. Eerst werk je aan het voorbereiden van de instellingsexamens. Daarna ga je aan de slag met het cito-examen. Je overlegt met de docent Nederlands wanneer je denkt er klaar voor te zijn. 

Engels

Engels is in zekere zin verweven met het beroep. Veel documentatie is in het Engels en de meeste programmeertalen zijn afgeleid van de Engelse taal. Daardoor ben je waarschijnlijk in staat je in vrij korte tijd voor te bereiden op de examens gericht op Engels. Engels wordt verzorgd door het Talencentrum. In de eerste helft van het tweede leerjaar wordt hiermee gestart. Gedurende 2 perioden van 10 weken wordt toegewerkt naar het examen. Het examen wordt deels in het Talencentrum georganiseerd (instellingsexamens) en deels extern (cito).

Keuzedelen

Tijdens de opleiding moet je minimaal 3 keuzedelen volgen en daar examen in doen. Het aanbod van de opleiding bestaat uit minimaal 3 keuzedelen, waarvan je verplicht 2 moet kiezen. Voor het derde keuzedeel kun je ook kiezen uit het algemene aanbod van het Friesland College. 

Loopbaan en burgerschap

Er wordt van jou verwacht dat je je gedurende de opleiding ontwikkelt als persoon. Dit is omschreven bij het vak loopbaan en burgerschap. Dit vak zien we als een onderdeel van de dagelijkse praktijk. De wijze waarop het onderwijs georganiseerd wordt, heeft een grote invloed op je persoonlijke ontwikkeling. Je leert omgaan met de groep, je eigen verantwoordelijkheid te nemen en om op een goede manier om te gaan met tijd, ruimte en collega’s. Je leert om zelfstandig besluiten te nemen die van invloed zijn op jouw verdere (school)loopbaan. In de laatste fase van de opleiding maak je aan de hand van een aantal vragen en opdrachten een document waarin je ingaat op jouw persoonlijke ontwikkeling. Dit document is ook een goede basis voor het voorbereiden van jouw eindgesprek.

Werkprocessen

De beroepsmatige kant van de opleiding is beschreven in kerntaken en werkprocessen. Het is belangrijk dat je deze kerntaken en werkprocessen zo goed mogelijk beheerst. In de derde fase maak je kennis met de werkprocessen en verwachten we dat je ze kunt benoemen en een beeld krijgt van wat ze inhouden. In de laatste fase van de opleiding voer je (bij voorkeur bij een bedrijf waar je stage loopt) in ieder geval een opdracht uit waarbij je in samenspraak met jouw coach alle werkprocessen toepast. Je moet dan aantonen dat je de werkprocessen kent en in staat bent om ze uit te voeren. Aan de hand van de daarbij beschreven criteria wordt per werkproces vastgesteld of je het beheerst. 

BPV

Er zijn twee BPV (beroepspraktijk vorming, oftewel stage) blokken. Het eerste blok staat gepland aan het eind van de verdiepingsfase. Gedurende 720 uur tot 1080 uren werk je bij een erkend leerbedrijf. De beoordeling richt zich op de persoonlijke ontwikkeling en werkprocessen die gericht zijn op de kern van het beroep.

Het tweede BPV blok doe je ook bij een erkend leerbedrijf in de laatste fase van de opleiding. De duur is afhankelijk van het aantal uren dat nog openstaat. De openstaande weken gebruik je voor de Proeve van bekwaamheid. 

Proeve van bekwaamheid

Het belangrijkste examen vindt plaats in de vorm van een Proeve van bekwaamheid (PvB). Aansluitend aan jouw verdiepingsfase werk je aan een opdracht bij een erkend leerbedrijf.

Eindgesprek

Het eindgesprek is een examenonderdeel. Ter voorbereiding maak je een aantal documenten.