Nederlands
In het weekrooster wordt gedurende de eerste twee jaar van de opleiding een blok in de taal-rekenwerkplaats opgenomen. Een deel van de beschikbare tijd besteed je aan Nederlands. Eerst werk je aan het voorbereiden van de instellingsexamens. Daarna ga je aan de slag met het cito-examen. Je overlegt met de docent Nederlands wanneer je denkt er klaar voor te zijn.
Engels
Engels is in zekere zin verweven met het beroep. Veel documentatie is in het Engels en de meeste programmeertalen zijn afgeleid van de Engelse taal. Daardoor ben je waarschijnlijk in staat je in vrij korte tijd voor te bereiden op de examens gericht op Engels.
Engels wordt verzorgd door het Talencentrum. In de eerste helft van het tweede leerjaar wordt hiermee gestart. Gedurende 4 perioden van 5 weken wordt toegewerkt naar het examen.
Het examen wordt deels in het Talencentrum georganiseerd (instellingsexamens) en deels extern (Cito).